Menu

Ditjes en datjes

 

Gesprekjes over en met Spanie

Het is exact een jaar geleden dat ik Spanie, mijn Engelse Cocker Spaniël teefje, in dit blad aan u voorstelde. Ze was toen ruim anderhalf jaar. Inmiddels is ze een volwassen vrouwtje geworden, want 27 juli wordt ze drie. Ze is niet alleen lichamelijk, maar vooral ook geestelijk gegroeid. Aan het woord ‘teef’ heeft ze overigens een verschrikkelijk hekel. Ze voelt zich dan benoemd als een soort ‘mokkel’, een sloerieus tiepje, en dat is ze niet. Hoogstens drie dagen in het midden van haar loopsheid, wanneer ze haar staart voor elke hond, dus voor reutjes én teefjes, opzij gooit. Uiteraard heb ik daar met haar over gesproken. Ik moest haar uitleggen dat ‘het’ niet kan. Wel kan, maar ook weer niet. Ik had in die tijd het idee dat ik verzeild geraakt was in een soort crisismanagement. Omdat ikzelf een man ben en er geen vrouw in huis is, vond ik dat nogal gênant. Voorlichting geven is niet mijn sterkste punt. Daarom kocht ik het boekje ‘Hoe vertel ik het mijn hond’, dat ik heel nonchalant in de kamer liet slingeren. Wat ik hoopte, gebeurde ook. Nieuwsgierig als ze is ‘betrapte’ ik haar op het moment dat ze het ‘stiekem’ zat te lezen. Ik maakte me snel uit de voeten, wetende dat als ik in de kamer was gebleven, ze het ogenblikkelijk had verstopt en dat was nou juist niet de bedoeling.

‘Ik wil ‘HET’

Dat ze van het wel en wee van haar ongesteldheid op de hoogte was, bleek toen het zover was en ze me het volgende vroeg: ‘Als ik nou echt niks doe, mag k dan het bos in? ‘ Wat bedoel je met écht niks doen Span? Als ik je nu los laat lopen kan dat verstrekkende gevolgen hebben Spannetje. ‘Hoe ver dan?’ Heel ver Span. ‘Nog verder dan Amsterdam?’ Oh ja, over de grens, ergens in het buitenland. Haar reactie was ‘Maar ik heb toch een paspoort?’

Om een lang verhaal kort te maken: ik ben toch met haar het bos in gegaan, maar eigenlijk kon het niet. Toen het staartenzwiepmoment in aantocht was. Blafte ze ineens: ‘Take me, I want you.’ Ik schaamde me kapot. Omdat ze niet meer los mocht, blafte ze ‘en passend’ ook: ‘Ken je dat gevoel dan niet, dat je wel wilt maar niet kunt?’ Moet ik daar antwoord op geven Span? ‘Nou, we zouden toch alles eerlijk zeggen tegen elkaar?’ Het is ook een tijd dat ze out of the blue sky poneert dat ze met MIJ wil trouwen en wil weten of we dan ook gaan samenwonen? Toen k antwoordde dat we dat allang deden, keek ze me heel erg wazig aan.

Ik ben altijd weer blij als het opspelen van haar hormoonstelsel achter de rug is. Al is het maar omdat de laatste keer een reu voor ons huis heen en weer banjerde: een oud vel wat wel zin had in een jong blaadje. De loopsheid van Span vel overigens samen met de periode dat ze in haar vraagfase zat. Dan krijg ik vragen als: Waarom hangt jouw tong niet uit je mond als je het warm hebt? en ‘Wat is Dierendag nou eigenlijk?’ Toen ik haar uitlegde dat het een soort verjaardag was voor alle deren, vroeg ze: ‘Ben ik dan twee keer geboren?’

Fonetisch geneuzel

Ik moet zeggen dat het meisje wel voor leven in de brouwerij zorgt. Facebookgebruikers lezen dagelijks over ons weel en wee. Het gaat eigenlijk over ditjes en datjes, waarbij het dagelijkse leven van Span en mij hap snap wordt weergegeven. De korte stukjes over Span of gesprekjes pen ik meestal fonetisch neer. Wat zij dan blaft staat tussen accenttekens (‘….’) Dat gaat dan zo:

Span, weet jij waar de afstandsbediening van de teevee is? ‘Ikke? Neh….’ Zoek zoek. ‘Hoe ruikt ie dan?’ Weet k niet, ‘k heb er nog nooit aan geroken.

Waarom zit je nou al die tijd naar me te kijken Span? Zie je wat vreemds aan me of zo? ‘Eh laat’s kijke dan..’

Spannetje, s dat nou nodig om 23.30 uur kuilen te gaan graven? ‘Waarom niet?’ Een plasje doen is oké, maar die kuilen kun je net zo goed morgen uitdiepen. ‘Ik kan heus wel zien wat ik doe hoor.’ Daar gaat het niet om Span. ‘Waar gaat jet dam wél om?’ Dat heb ik je nou net verteld. ‘Wat heb je dan gezegd?’ Wil je die lange hangoren van je nou eens openzetten Span. ‘Jij hebt ook altijd wat.’ (zucht)

Spannetje, zeg eens eerlijk, ben je verliefd op poedel Zen? Neen, niet weglopen Span, ik vraag je wat. Oh ik zie het al, je bloost. ‘Ik bloos helemaal net’. Wel waar Span en dan nog, je gaat bij Zen constant met je koppie op de grond en je kontje omhoog en k weet niet hoe vaak op je rug liggen. ‘Ja, maar dat betekent wat anders. ‘Span ik wil het nie wete. ‘Je vraagt wat, ik wil antwoorden en dan zeg je: Ik wil ’t nie wete. Als honden op hun rug gaan liggen betekent dat heel wat anders dan wanneer mensen op hun rug gaan liggen hoor. ‘Span ga je mond spoelen.

Spannetje, je hoeft die afwas niet voor me te doen. We hebben toch een afwasmachine. ‘Ja maar ik weet niet hoe dat ding werkt’. Ik zal het je uitleggen…

 

Brandon Baker